Wanneer de toon blijft aanhouden: gespecialiseerde gedragstherapie voor tinnitusklachten

Oorsuizingen hebben we allemaal wel eens gehad, bijvoorbeeld na het bijwonen van een concert of na een vliegtuigreis. Veelal nemen deze oorsuizingen af na verloop van tijd. Sommige mensen nemen echter een aanhoudend geluid waar, zonder dat een dergelijke externe geluidsbron aanwezig is. Er wordt dan gesproken van tinnitus.

De vorm, of beter, de toon die tinnitus aanneemt, kan verschillend zijn van individu tot individu (bv. rinkelen, zoemen, piepen), kan verschillen in intensiteit (dreunend op de achtergrond of allesoverheersend) en kan zich voordoen in één of beide oren.

Hoewel er in geval van subjectieve tinnitus geen organische pathologie vastgesteld kan worden, kan tinnitus een erg nefaste impact hebben op iemands leven. Het leidt niet enkel tot beperkingen in dagdagelijkse activiteiten, maar kan ook leiden tot emotionele problemen, zoals angst of depressieve kenmerken, aandachts- en concentratieproblemen, alsook slaapproblemen.

In geval van chronische tinnitus worden niet zozeer perifere, dan wel centrale veranderingen in de neurale circuits gezien als mogelijke oorzaak van de tinnituswaarneming (o.a. neuronale synchroniciteit, betrokkenheid van prefrontale en limbische gebieden, betrokkenheid autonoom (sympathisch) zenuwstelsel, ..). Tinnitus ontstaat vaak pas veel later dan aanvang van het originele gehoorprobleem en gaat regelmatig gepaard met stressvolle levensgebeurtenissen. Stress kan tinnitus induceren of verergeren. De betrokkenheid van het limbisch systeem en het autonoom zenuwstelsel tonen aan dat fysiologische, emotionele, cognitieve, en gedragsaspecten belangrijk zijn in het in stand houden van chronische tinnitus klachten.

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat tinnitus het best benaderd wordt vanuit een biopsychosociaal kader en een multidisciplinaire behandeling de voorkeur geniet.

Wanneer uit onderzoek bij de NKO-arts en audioloog geen organische pathologie weerhouden wordt, bestaat een eerste stap van de interventie uit een audiologische assessment en interventie bij de audioloog, dat doorgaans in de NKO afdeling van het ziekenhuis plaatsvindt.

Hierop volgend kan (al dan niet in het ziekenhuis) psycho-educatie gegeven worden door een gespecialiseerde psycholoog. In deze psycho-educatie – die doorgaans in groep wordt verzorgd - wordt uitleg verschaft over het neuropsychofysiologische verklaringsmodel van Jastreboff et al. (1990) en het vrees-vermijdingsmodel van Vlaeyen en Linton (2000; origineel voorgesteld in het kader van chronische pijn) en wordt er uitgebreid stilgestaan bij vragen van patiënten. Voor patiënten die kampen met milde klachten van tinnitus en waar weinig tot geen sprake is van vrees en vermijdingsgedrag, is dit doorgaans voldoende om de levenskwaliteit van de patiënt te verbeteren.

Voor de patiënten die kampen met ernstige klachten, kan verdere therapie aangewezen zijn. Voor deze groep van patiënten, is een multidisciplinaire aanpak aangewezen. De integratie van tinnitus retraining therapy (TRT) en cognitieve gedragstherapie, met inbegrip van cognitieve herstructurering, interoceptieve exposure, en aandachtstraining, dienen hierbij centraal te staan.  Ook gespecialiseerde kinesitherapie – met focus op stabilisatie autonoom zenuwstelsel – kunnen onderdeel vormen van de behandeling.

Uit een onderzoek binnen onze Onderzoeksgroep voor Gezondheidspsychologie (KULeuven; Cima et al., 2012),  gepubliceerd in the Lancet, werd deze behandelaanpak vergeleken met de gebruikelijke zorg, die voornamelijk bestaat uit op de geluidsperceptie gerichte audiologische consultaties. Deze stepped-care, multidisciplinaire behandeling bleek effectiever in het verhogen van de levenskwaliteit, het verminderen van de belemmerende impact van de klachten en het reduceren van de aan tinnitus gerelateerde psychologische klachten vergeleken met de gebruikelijke zorg. Zo zorgde deze benadering eveneens voor een daling van vrees, cognitieve symptomen en angst- en depressieve klachten.

Patiënten met tinnitus kunnen bij Tumi Therapeutics terecht voor bovenstaande gespecialiseerde, multidisciplinaire behandeling. Patiënten dienen wel eerst bij de NKO-arts en audioloog gepasseerd te zijn ter uitsluitsel van organische aandoeningen zoals bv. middenoor-ontsteking of objectief gehoorverlies.

Referenties

Cima, R.F.F., Maes, I.H., Joore, M.A., Scheyen, D.J.W.M., El Rafaie, A., Baguley, D.M., Anteunis, L.J.C., van Breukelen, G.J.P., Vlaeyen, J.W.S. (2012). Specialised treatment based on cognitive behavior therapy versus usual care for tinnitus: a randomized controlled trial. The Lancet, 379, 1951-1959.

Jastreboff, P.J. (1990). Phantom auditory perception (tinnitus): mechanisms of generation and perception. Neuroscience Research, 8(4), 221-254.

Jastreboff, P.J. (1995). Tinnitus as a phantom perception: theories and clinical implications, In Mechanisms of Tinnitus, ed. Vernon J. & Moller, A. R., pp. 73-94. Boston, MA: Allyn & Bacon.

Vlaeyen, J. W., & Linton, S. J. (2012). Fear-avoidance model of chronic musculoskeletal pain: 12 years on. Pain153(6), 1144-1147.