Tumi Therapeutics wenst tegemoet te komen aan een maatschappelijke behoefte: we hebben o.a. als doel onze gespecialiseerde zorg gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten met betrekking tot ons expertisedomein bereikbaar te maken voor het brede publiek. Vanuit onze know-how en competenties bieden we evidence-based behandelingen aan voor specifieke doelgroepen en wordt er ook aandacht besteed aan verdere kruisbestuiving tussen onderzoek en praktijk in de vorm van toegepaste studies.
We zijn verbonden aan de Onderzoeksgroep voor Gezondheidspsychologie van de Universiteit van Leuven. Deze onderzoeksgroep heeft een internationale faam betreffende wetenschappelijke studies omtrent respiratoire psychofysiologie, interoceptie en emoties, symptoomperceptie bij astma en COPD (Prof. em. Dr. Omer Van den Bergh), stressfysiologie, relaxatie, interoceptieve conditionering, hyperventilatie, paniekstoornis (Prof. Dr. Ilse Van Diest), chronische pijn (Prof. Dr. Johan Vlaeyen), perifere en centrale verwerkingsprocessen bij medisch onverklaarde lichamelijke klachten en functionele syndromen (Prof. Dr. Katleen Bogaerts). Verder zijn we officieel verbonden aan de Faculteit Revalidatiewetenschappen van UHasselt. De Onderzoeksgroep voor Gezondheids- en Revalidatiepsychologie focust op innovatief, persoonsgericht, interdisciplinair en technologie-ondersteund wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de detectie, preventie en revalidatie van stressgerelateerde en persisterende lichamelijke klachten bij het individu doorheen de levensloop.
Wij werken nauw samen met artsen, verwijzers en andere betrokken professionals, steeds met inachtneming van beroepsgeheim, privacy en cliëntrechten. Wij waarborgen uiterste discretie en respect voor persoonlijke waarden en overtuigingen.
Chronische stress als maatschappelijk probleem
In onze huidige resultaatgerichte maatschappij gaan heel wat mensen aan zichzelf voorbij, hetgeen kan leiden tot stressklachten. Idealiter zou men deze klachten bij zichzelf en bij anderen moeten kunnen herkennen en aanpakken en zou men er ook zonder schroom over moeten kunnen spreken. Er bestaat helaas nog heel wat onbegrip en onkunde omtrent stressgerelateerde aandoeningen, zowel in de maatschappij als in de medische wereld zelf.
Prevalentie
Stressgerelateerde aandoeningen zijn wijdverspreid in onze moderne samenleving. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat één derde van alle mensen die zich bij de huisarts aanmelden, last hebben van medisch onverklaarde (lees: onvoldoende-organisch-te-verklaren) lichamelijke klachten (Katon, Ries, & Kleinman, 1984; Kroenke, Arrington, & Mangelsdorff, 1990). In de gespecialiseerde geneeskunde liggen de cijfers zelfs nog hoger (Nimnuan, Hotopf, & Wessely, 2001). Op wereldniveau krijgt één persoon op vier tijdens zijn/haar leven ooit te maken met mentale problemen. Uit de gezondheidsenquête van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (2004) blijkt dat in België één persoon op vier die 15 jaar of ouder is te kampen heeft met een psychologisch ongemak, waarbij 8 % van de bevolking te maken heeft met depressieve gevoelens, 8 % klaagt over somatische stressklachten, 6 % angstgevoelens rapporteert en 20 % (één persoon op vijf) slaapproblemen heeft.
Maatschappelijke kosten
De hoge prevalentie gaat gepaard met aanzienlijke maatschappelijke kosten, niet enkel op het vlak van de gezondheidszorg, maar ook op economisch vlak (o.a., ziekteverlof, vervroegd pensioen, ziekteuitkering, …; Barsky, Orav, & Bates, 2005; Fink, 1992a; 1992b; Nimnuan, Hotopf, & Wessely, 2000). De SERV berekende in 2004 dat stress de Vlaamse bedrijfswereld zo'n 2 miljard euro per jaar kost. Onderzoek in Nederland (2006) schatte de kost voor de bedrijfswereld veel hoger in: 15 miljard euro voor Nederland. Zo blijkt ook uit een recent onderzoek van Dr. C. Put dat stress bij werknemers de Vlaamse bedrijven jaarlijks 13 miljard euro kost. Het productiviteitsverlies bij een bedrijf van bijvoorbeeld 500 werknemers als gevolg van stress op de werkvloer is 2 miljoen euro per jaar. Presenteïsme (= onderprestatie op het werk omwille van stressklachten) is goed voor 61 procent van de totale gezondheidsgerelateerde kosten van een bedrijf, gevolgd door medische kosten (28 procent) en absenteïsme (10 procent). Een studie van de Christelijke Mutualiteit (CM) raamt dat stress de Belgische ziekteverzekering ongeveer 1,2 miljard euro per jaar kost, alleen al aan uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid. Ook een aanzienlijk deel van de ruim 20 miljard euro kosten voor gezondheidszorg is volgens de mutualiteit aan stress toe te schrijven.
Hieronder geven we ons werkmodel weer betreffende functionele syndromen. Dit model is opgebouwd vanuit eigen en recent internationaal wetenschappelijk onderzoek:
De lichamelijke klachten ervaren bij functionele syndromen zijn écht en niet ingebeeld! Steeds meer onderzoek wijst uit dat functionele syndromen gepaard gaan met een verstoorde stressfysiologie en een afwijkende interoceptie in het centraal zenuwstelsel. Dit laatste betekent dat lichamelijke signalen door de hersenen op een abnormale manier verwerkt, geïnterpreteerd en bewust gemaakt worden.
Er bestaat een aanzienlijke overlap in symptomen tussen de verschillende functionele syndromen. Ons werkmodel voorspelt dat het klachtenpatroon per persoon kan verschillen (ook in functie van de specifieke voorbeschikkende en uitlokkende factoren), maar dat het gaat over eenzelfde onderliggende werkingsmechanisme.
Het werkmodel impliceert verschillende aspecten in het ontstaan en het verloop van functionele syndromen:
Samengevat impliceert ons werkmodel volgende processen bij functionele syndromen:
Bij functionele syndromen is er dus sprake van een vicieuze cirkel, waarbij ernstige stressoren – in mensen met bepaalde risicofactoren – kunnen leiden tot neurologische overstimulatie, fysiologische disfunctie en allerlei lichamelijke klachten. Het gaat hier evenwel om systemische, functionele veranderingen en niet om permanente structurele of orgaanschade. De bedoeling is de vicieuze cirkel te doorbreken door de instandhoudende factoren aan te pakken, het toepassen van technieken die het stress-systeem opnieuw in balans kunnen brengen, (para)limbische overstimulatie en conditioneringen kunnen onderbreken, alsook prefrontale inhibitie en interoceptieve accuraatheid bevorderen.