Synoniemen: ziekteangst, ziektevrees of ziektefobie.
Mensen met hypochondrie hebben een overdreven vrees of overtuiging een ernstige lichamelijke ziekte te hebben of te zullen oplopen. Deze angst dient langer dan zes maanden aanwezig te zijn.
Door de angst is men sterk gericht op lichamelijke sensaties, die telkens als tekens van ziekte worden geïnterpreteerd (bv. een vlekje op de huid wordt geïnterpreteerd als teken van huidkanker). De angst verplaatst zich ook over verschillende ziektes heen. Angst voor kanker en hart- en vaatziekten komen zeer vaak voor. De overdreven aandacht en angst voor lichamelijke sensaties brengen op zich lichamelijke reacties met zich mee, die dan weer toegeschreven worden aan de gevreesde ziekte. Op die manier is hypochondrie een zichzelf instandhoudende problematiek.
Men vermijdt of zoekt juist dwangmatig informatie op over de ziekte en men doet aan veelvuldig doktersbezoek, doch de ongerustheid en angst verdwijnen nooit helemaal, ondanks herhaaldelijke geruststelling.
Veelvuldig, uitgebreid lichamelijk onderzoek bij zichzelf, door de huisarts of in het ziekenhuis helpt dus niet. De angst dat het dan wel een hele zeldzame ziekte is, wordt er eerder door versterkt. Als het individu daadwerkelijk een (lichte) ziekte heeft, interpreteert men het ziektebeeld als veel ernstiger dan het in werkelijkheid is. Men heeft vaak meer hypochondere klachten wanneer het rustig is in het leven dan wanneer er van alles gebeurt. Men heeft dan meer gelegenheid om zich over lichamelijke ongemakken zorgen te maken.